4 januari 2011, een gedenkwaardige dag. Ik, die meer dan 45 jaar mijn haar tot ver over mijn schouders had hangen, laat vandaag een korte coupe knippen. Ik heb borstkanker, over een week begint mijn eerste chemokuur waar ik hoogstwaarschijnlijk kaal van word. Ik wil dat proces voor zijn, en ik wil een pruik. Al googelend stuitte ik begin januari op de website van Pruikenthuiszorg Nederland. De website spreekt aan en via de email vraag ik om een folder en een afspraak. Niet veel later heb ik de heer Reijnen aan de telefoon. ?In plaats van heen en weer mailen praat ik liever rechtstreeks?, zegt hij. Het is een informatief gesprek. Hij vertelt dat ze kapper van beroep zijn, en dat ze mijn haar in elke gewenste coupe kunnen knippen op dezelfde dag dat ze een haarwerk aanmeten. En zo maken we dus de afspraak voor 14 januari. Zijn vrouw Michèle zal dan komen. De hele week voorafgaand kijk ik met enige weemoed in de spiegel. Mijn lange haar is altijd een stuk van mijn identiteit geweest. Ik vind mijn haar mooi, het valt in een mooie golf langs mijn voorhoofd. Het staat meisjesachtig, terwijl ik een vrouw van 56 ben. Ik ken mezelf niet anders dan met dat lange haar.
Dan is het 14 januari. Mijn dochter Emma heeft beloofd om erbij te zijn en me te helpen met het kiezen hoe het moet worden. Dat vind ik een hele geruststelling, ze is kritisch, ik hecht aan haar oordeel. Rond tien uur belt Michèle dat het wat later wordt, ze staat in een stevige file. Het maakt me niet uit. Ik ben mijn slaapkamer op orde aan het brengen, hier gaan we dadelijk de kapsalon inrichten. Beneden lopen regelmatig mensen in en uit ? we zijn met een grote verbouwing aan dak en de gevels bezig - dus beneden knippen vind ik geen optie. Rond 11 uur is Michèle gearriveerd en hebben we ons boven ge?nstalleerd. Naast een aantal haarwerken en mutsen heeft ze ook alle kappersbenodigdheden bij zich, inclusief een grote kappersspiegel. ?Heb je voorbeelden bij je?, vraag ik. ?Neen?, zegt ze, ?had je dat dan graag gewild?? Tja, hoe moet ik anders uitkiezen hoe mijn haar moet worden. Daar weet Michèle wel raad mee. ?We gaan gewoon wat haarwerken uitproberen?, zegt ze, ?dan zie je vanzelf wat je goed staat?. Ze vlecht mijn haar strak naar achteren, zet een nylon mutsje op mijn kop en dan passen we de eerste pruik, eentje met korte piekjes. Ik zie in de spiegel mijn jongere zus en ik moet eigenlijk wel lachen. Dit is niet verkeerd. Ook Emma vindt dit al best leuk. De tweede pruik is halflang, die vind ik helemaal niks. De derde pruik is raak. Hij heeft exact dezelfde kleur als mijn eigen haar, ik zie in de spiegel een jongere, wat brutale uitgave van mezelf. Ook Emma vindt hem leuk. ?Dit wordt ?m?, zeggen we beslist. "Geen aarzeling, niet nog een paar andere proberen?? Vraagt Michèle. Neen, het is goed zo.
Michèle vlecht mijn haar nog een keer strak boven op mijn kop, en dan gaat de schaar erin. Even later heb ik mijn vlecht in mijn handen. Ik heb me er goed op voorbereid, het is zoals het is, ik hoef er niet van te huilen. ?De vlecht bewaar ik?, zeg ik, ?ik zet hem vast aan een muts?. We passen de pruik opnieuw. Hij zit nu nog beter dan zonet, en ik ga hem beneden even showen. ?Wow?, roept Henry, onze timmerman. ?Dat staat je goed zeg.? Hij heeft niet in de gaten dat ik nu een pruik show, denkt dat het mijn eigen haar is. Ook Bram, mijn echtgenoot, vindt het hartstikke goed staan. Nu is het alleen nog een kwestie van bijwerken. Michèle knipt mijn eigen haar in model en werkt ook de pruik nog wat bij. Ze moet er nog wat steekjes doen zodat hij strak aansluit op mijn hoofd, en dan is het klaar. Ik stuur een foto van mijn nieuwe ik naar collega?s en vrienden en iedereen reageert enthousiast. Staat je jong en vlot, mailt een van mijn collega?s.
We ruimen de boel op, ik overhandig mijn Zorgsaam pas, waardoor ik korting krijg en betaal het deel dat niet door de verzekering is gedekt. Michèle regelt de declaratie bij de verzekering, ik heb nergens meer omkijken naar. Ik ben tevreden over het verloop. Michèle nam alle tijd, ze was plezierig gezelschap, en ze heeft me goed geholpen. In de spiegel zie ik iemand die ik niet zo goed ken. Dat is best wennen, maar geeft ook een stuk vrijheid. Ik voel me vrouwelijk, mooi en nieuw. Alweer een mijlpaal bereikt in dit lastige traject.
Volgende mijlpaal op 2 februari.
Volgens de behandelwijzer van het ziekenhuis gaat mijn haar na 2 a 3 weken uitvallen. Dat klopt helemaal. Twee weken na de eerste kuur begint mijn hoofd te wat te jeuken. Met een beetje trekken aan mijn haar laten er behoorlijke plukken los. Met mijn zus heb ik de afspraak dat ze als het zover is met de tondeuse mijn haar komt afscheren. Is goed, smst ze, dan kom ik vanavond.
Mam, je snapt wel dat er in dit huis wel regels gelden, zegt mijn puberzoon van 13 onder het avondeten. Ik hoef niet door te vragen, begrijp dat hij me niet met kaal hoofd wil tegenkomen. Is goed, beloof ik. Ik heb immers een mooie pruik en ik heb een heleboel mutsjes.
Rond half 10 is zus Ine er. Ze moet helemaal uit Nijmegen komen, meer dan een uur rijden bij mij vandaan. Dochter Tessy - net zo oud als Emma - is mee om onderweg wakker te blijven. Ine spreekt me blijmoedig toe dat het me best goed zal staan: ?je hebt een mooi hoofd. En je zal zien, het is zo gebeurd.? Ik laat Tessy foto?s maken, het is toch een memorabel moment. Ik vind het niet leuk, maar ben er ook niet somber onder. Ik heb me goed voorbereid, dus toe maar. Toch kijk ik erg zielig op de foto?s die Tessy maakt.
Het is inderdaad in een paar minuten gepiept. Ik poseer met mijn zus en met Bram en dan ga ik naar boven op mijn pruik op te zetten. Ine en Tessy zijn compleet verrast als ze me zien, je ziet bijna geen verschil met mijn eigen kapsel dat ik een kwartier geleden nog had.
Dat blijkt ook de volgende dag op kantoor, een paar mensen heb ik verteld dat mijn haar er af is, maar ze zien geen verschil met hoe ik er twee dagen geleden bij liep.
Compliment aan pruikenthuiszorg, beter had dit niet kunnen verlopen!
Bea Claessens